CCC maakt algemene reservekopieën. Als u een bron en een doel configureert voor een CCC-taak, is het de bedoeling dat de bron en het doel dezelfde bestanden bevatten in dezelfde hiërarchische structuur. Om dit doel te bereiken, maakt CCC exacte kopieën van uw bronbestanden op het doel en CCC verwijdert ook inhoud die zich wel op het doel maar niet op de bron bevindt. Het is belangrijk om na te denken over het verwijderen van inhoud van het doel als u een doelvolume selecteert. Als er al inhoud op het doel staat die niet gerelateerd is aan de bron, kan deze inhoud worden verwijderd en zelfs worden vernietigd.
Wijs een volume speciaal toe aan de reservekopietaak.
We raden aan dat u een reservekopievolume aan elke reservekopietaak toewijst. Als u andere gegevens op de reservekopieschijf wilt opslaan (d.w.z. inhoud die niet gerelateerd is aan de bron waarvan u een reservekopie maakt), sla deze dan op andere volumes op die niet zijn opgegeven als CCC-doel. Dit Kbase-artikel van CCC licht toe hoe u volumes maakt in Schijfhulpprogramma:
Volumes of partities toevoegen aan een reservekopieschijf
Het positieve SafetyNet van CCC
Als CCC bestanden naar het doel kopieert, moet het iets doen met de bestanden die zich daar al op bevinden. CCC maakt standaard gebruik van de functie met de naam SafetyNet om tijdelijke bescherming te bieden aan bestanden en mappen. Er kan een onderscheid worden gemaakt in drie categorieën:
- Vervangen bestanden: bestanden die tijdens de reservekopietaak worden vervangen
- Verwijderde items: bestanden en mappen die niet op de bron staan (omdat ze bijvoorbeeld van de bron werden verwijderd of omdat ze op een doel buiten het bereik van de reservekopie zijn geplaatst)
- Onderdelen op rootniveau: bestanden en mappen die uniek zijn op het rootniveau van het doel.
De SafetyNet-instelling wordt aangegeven met een badge die zich bevindt op het symbool van het doel:
- SafetyNet is ingeschakeld
- SafetyNet is uitgeschakeld
Klik voor toegang tot de SafetyNet-instellingen op de doelkiezer en maak een selectie in het SafetyNet-submenu. Met de opgegeven SafetyNet-instellingen kunt u de volgende resultaten verwachten:
SafetyNet aan
- Vervangen bestanden: Verwijderd, maar bewaard tijdelijk in een SafetyNet-momentopname of de map '_CCC SafetyNet'
- Verwijderde items: Verwijderd, maar bewaard tijdelijk in een SafetyNet-momentopname of de map '_CCC SafetyNet'
- Onderdelen op rootniveau: Op hun plek gelaten als op het doel 'Bescherm onderdelen op rootniveau' is ingeschakeld, anders verwijderd, maar tijdelijk bewaard in een SafetyNet-momentopname of de map '_CCC SafetyNet'
SafetyNet uit
- Vervangen bestanden: Verwijderd zodra het vervangende bestand gekopieerd is naar het doel
- Verwijderde items: Direct verwijderd
- Onderdelen op rootniveau: Op hun plek gelaten als op het doel 'Bescherm onderdelen op rootniveau' is ingeschakeld, anders direct verwijderd
Verwijder niets
- Vervangen bestanden: Verwijderd, maar bewaard tijdelijk in een SafetyNet-momentopname of de map '_CCC SafetyNet'
- Verwijderde items: Op zijn plek gelaten op het doel
- Onderdelen op rootniveau: Op zijn plek gelaten op het doel
Hoewel de optie 'Verwijder niets' de meest terughoudende en wenselijke manier lijkt om niets op het doel kwijt te raken, houd er wel rekening mee dat dit de herstelactiviteit in de toekomst erg lastig kan maken. Als CCC geen inhoud van het doel mag verwijderen dat van de bron is verwijderd, zal deze inhoud zich ophopen op het doel, gecombineerd met alle inhoud die 'actueel' is. Als u gearchiveerde inhoud op uw reservekopieschijf wilt opslaan, raden we aan dat u een afzonderlijk volume op de reservekopieschijf hiervoor aanmaakt.
Inhoud van SafetyNet herstellen
SafetyNet biedt tijdelijke bescherming. SafetyNet is ontworpen als een tijdelijk uitstel van de huidige taakactiviteit voor de reservekopie. Hoewel de inhoud niet direct wordt verwijderd tijdens de huidige taakactiviteit, komt het nog steeds in aanmerking voor verwijdering bij toekomstige taakactiviteiten. Als u dus inhoud van het SafetyNet wilt terugzetten, is het belangrijk dat u die activiteit voltooit, alvorens u aanvullende reservekopietaken start.
Klik, wanneer ondersteuning voor momentopnamen is ingeschakeld op het doelvolume, op de doelkiezer en kies 'Beheer momentopnamen op {volumenaam}' om de instellingen voor momentopnamen van dat volume te tonen. SafetyNet-momentopnamen worden aangegeven door het bovenstaande symbool voor de SafetyNet-badge. Dubbelklik op een momentopname om het volume ervan in de Finder te tonen. Hier kunt u alle instructies vinden voor het terugzetten van bestanden vanaf een SafetyNet-momentopname: Bestanden op het doel terugzetten vanaf een SafetyNet-momentopname.
Klik, wanneer de ondersteuning voor momentopnamen niet is ingeschakeld op het doelvolume, op de doelkiezer en kies 'Gegevensvolume tonen' (indien deze optie er is) of op 'Toon in Finder'. Wanneer er SafetyNet-inhoud aanwezig is, kunt u er een map vinden met de naam '_CCC SafetyNet' op het rootniveau van het doelvolume. Voor het terugzetten van de inhoud van die map kunt u de bestanden gewoon slepen naar waar u ze wilt bewaren en ze daar plaatsen.
Als de SafetyNet-functie is uitgeschakeld en inhoud van het doel is verwijderd, kan deze inhoud niet meer worden hersteld. Hetzelfde geldt voor als er eenmaal inhoud van SafetyNet is verwijderd tijdens een toekomstige taakactiviteit voor een reservekopie. Deze inhoud kan niet meer worden hersteld.
Algemene bedenkingen bij het behouden van “andere” gegevens op het reservekopievolume
We raden sterk aan dat u een bepaald volume uitsluitend gebruikt voor reservekopieën van onvervangbare gegevens. Als u gegevens op het reservekopievolume hebt die nergens anders zijn bewaard, hebt u hiervan geen reservekopie! Telkens als u een volume als doel kiest in CCC, bestaat de kans dat sommige bestanden om een of andere reden worden verwijderd. CCC biedt opties en waarschuwingen om uw gegevens te beschermen tegen verlies maar niets kan uw gegevens beschermen tegen een verkeerd gebruik van CCC of een misverstand van de functionaliteit die het levert.