Product: 
ccc6

Het Schijfcentrum van CCC toont algemene volume-informatie voor elk lokaal aangesloten volume dat is geactiveerd op uw Mac, een lijst met momentopnamen en instellingen voor momentopnamen van APFS-volumes. Daarnaast toont het ook de lees- en schrijfsnelheden en foutstatistieken voor die volumes. Selecteer een volume in de navigatiekolom van CCC (klik op “Toon navigatiekolom” in de knoppenbalk als u deze niet ziet) om dat volume in het Schijfcentrum te bekijken. CCC toont ook alle reservekopietaken die zijn gekoppeld aan het geselecteerde volume.

Basisinformatie over volumes

De tabel van het Schijfcentrum in de navigatiekolom geeft een lijst met lokaal aangesloten, geactiveerde volumes weer. Klik op één van deze volumes om informatie weer te geven zoals de volumenaam, het bestandssysteem, de capaciteit, het schijfgebruik en een lijst met momentopnamen op het volume, voor zover van toepassing.

Schijfstatistieken

Een grafiek onder in het venster toont de huidige lees- en schrijfactiviteit voor het geselecteerde volume. De schijfactiviteit wordt door macOS bij de hardware-interface verzameld. Daarom zullen de gegevens voor meerdere volumes op dezelfde schijf identiek zijn. De lees- en schrijfsnelheid van gegevens zijn een goede aanwijzing van de snelheid waarmee macOS gegevens van en naar uw schijf kan lezen en schrijven. U merkt wellicht op dat deze waarden tijdens een reservekopietaak veel schommelen. Dit is heel normaal. De schrijfprestaties zijn doorgaans lager wanneer veel kleine bestanden worden gekopieerd en hoger wanneer een groot bestand wordt gekopieerd. Wanneer veel kleine bestanden worden gekopieerd, is er veel transactionele bestandssysteemactiviteit op de bron- en doelvolumes. Deze activiteit vermindert de algemene doorvoer in vergelijking met de theoretische doorvoer van uw schijven.

Foutstatistieken voor schijven

CCC meldt statistieken over lees- en schrijffouten wanneer deze zich voordoen:

Lees- en schrijffouten geven het aantal lees- of schrijfpogingen aan die zijn mislukt sinds de schijf is aangesloten op de Mac (sinds de opstart voor interne schijven). Leesfouten doen zich vaak voor wanneer bestanden in beschadigde sectoren niet automatisch kunnen worden verplaatst door de firmware van de schijf. Zulke bestanden kunnen ook niet door CCC worden gelezen en CCC zal op het einde van de reservekopietaak melden dat het die bestanden niet kon lezen. Leesfouten wijzen niet noodzakelijk op een defecte harde schijf. Dit aantal stijgt bijvoorbeeld langzaam als meerdere pogingen zijn gedaan om hetzelfde beschadigde bestand te lezen. Leesfouten zijn doorgaans echter gekoppeld aan fysieke hardwareproblemen die de prestaties van een reservekopietaak doen dalen. In sommige gevallen kan macOS leesfouten niet goed verwerken en pogingen tot toegang tot de schijf kunnen leiden tot de blokkering van het complete systeem.

Schrijffouten zijn ernstiger. Als u een schijf hebt die schrijffouten meldt, is er een probleem met de hardwareconfiguratie van het apparaat (bijv. slechte kabel, poort of behuizing) of vertoont de schijf een defect.

Beheer van momentopnamen

Als u een APFS-volume selecteert, ziet u in CCC een lijst met momentopnamen van een volume en de beleidsinstellingen voor het bewaren van momentnamen voor dat volume. Hier leest u meer over het beheer van momentopnamen.

Schijfhulpprogramma [en andere hulpprogramma’s van derden] rapporten geen problemen met deze schijf, waarom CCC wel?

Statistieken voor lees- en schrijffouten worden opgeslagen door de opslagstuurprogramma’s op laag niveau en zijn niet specifiek voor een volume. Als zich een leesfout voordoet, zal de firmware van de harde schijf normaal gesproken proberen de data op de betreffende sector te verplaatsen naar een andere sector op de schijf en de beschadigde sector blokkeren. Als dat lukt, is het mogelijk dat de statistieken van het opslagstuurprogramma verouderen. Deze statistieken worden opnieuw ingesteld als de getroffen schijf fysiek wordt losgekoppeld van uw Mac, of bij het opnieuw opstarten.

Gerelateerde documentatie